Een aanrijding in het verkeer, het komt dagelijks voor. Gelukkig is er in de meeste gevallen enkel sprake van materiële schade zoals blikschade of een kapotte fiets. Soms gaat het echter goed mis bij een aanrijding en ontstaat er letsel. De vraag is dan: wat te doen?
Er zijn diverse soorten aanrijdingen, zo kan het zijn dat iemand betrokken is bij een auto ongeluk, een kettingbotsing waar meerdere auto’s bij betrokken zijn, maar het kan ook zien dat je als fietser aangereden wordt. Op het eerste gezicht lijkt een aanrijding een aanrijding, maar bij het indienen van een letselschade claim wordt er een onderscheid gemaakt tussen een aanrijding tussen auto’s of met andere motorvoertuigen en een aanrijding met de fiets.
Een aanrijding met de fiets
In Nederland zijn er 22,8 miljoen fietsen. 1,8 van deze fietsen is een elektrische fiets. Dat betekent dus dat er meer fietsen dan inwoners in Nederland zijn! Wij zijn dan ook een fietsland bij uitstek en we fietsen heel wat kilometers. De keerzijde is dat er ook veel fietsongevallen plaatsvinden. Het gaat dan om een fietsongeluk tussen fietsers onderling, maar met name om een ongeval tussen fiets en auto of fiets en scooter of een ander motorvoertuig.
Is iemand fietser aangereden door een motorvoertuig, dan is er vaak sprake van ernstig letsel. Want fietsers zijn, net als voetgangers, kwetsbare verkeersdeelnemers. Je kunt immers hard ten val komen als je door een auto aangereden wordt. Er is dan sprake van letsel en de schade die het letselschade slachtoffer hierdoor lijdt wordt letselschade genoemd.
De Nederlandse wet beschermd fietsers en voetgangers omdat zij ernstig letsel aan een aanrijding over kunnen houden. Deze speciale bescherming staat in artikel 185 van de Wegenverkeerswet. Op grond van dit wetsartikel hebben een aangereden fietser of voetganger altijd recht op een letselschade vergoeding.
Is het fietsongeval veroorzaakt door het motorvoertuig, dan ontvangt de fietser uiteraard zijn of haar letselschade volledig vergoed. De automobilist of andere bestuurder van een motorvoertuig is dan namelijk aansprakelijk voor de schade die het letselschade slachtoffer door het verkeersongeval lijdt. Op zich is dit geen bijzondere regeling. Wel bijzonder is het feit dat een aangereden fietser of voetganger altijd recht heeft op een letselschade vergoeding. Dus er is ook recht op een letselschade vergoeding als de persoon als fietser is aangereden door een eigen verkeersfout. Bijvoorbeeld omdat deze persoon door rood licht is gereden of de auto geen voorrang verleende terwijl de automobilist wel voorrang had.
Bij een eigen verkeersfout wordt ten minste 50% van de letselschade door de letselschade verzekeraar van de automobilist vergoed. Dit percentage kan echter hoger zijn op grond van de billijkheidscorrectie. Op grond hiervan kan een fietser zelfs tot 100% van zijn letselschade vergoed krijgen.
Of er een beroep op de billijkheidscorrectie gedaan kan worden hangt af van een aantal vragen:
- Wat is de ernst van de schade van de fietser
- Gaat het om ernstig letsel?
- Is het slachtoffer verzekerd tegen schade?
- Is het motorvoertuig verzekerd tegen aansprakelijkheid?
- Wat is de ernst van de door partijen gemaakte fouten
- Hoe verwijtbaar zijn de fouten?
Is er sprake van ernstig letsel aan de kant van de fietser, is het motorvoertuig verzekerd tegen aansprakelijkheid en is het geen ernstige verkeersfout van de fietser? Dan is de kans groot dat er een hoger percentage dan 50% van de letselschade van de aangereden fietser vergoed wordt.